Gewone Dolfijn
Uiterlijk
De gewone dolfijn heeft om de ogen een zwarte ring die net op een bril lijkt door de uitloper naar achteren. Op de rug is de gewone dolfijn zwart, zijn buik is wit tot lichtgrijs. Het voorste deel van de zijkant is okergeel, het achterste gedeelte is lichtgrijs. In het midden van de zijkant komen de 4 kleuren bij elkaar in een soort zandloper tekening.


De gewone dolfijn heeft een opvallend lange smalle snuit. De dolfijn heeft in elke kaak helft 40 tot 55 tanden. Zijn lichaam is slank. De rugvin is naar achteren gebogen en is spits, driehoekig. De borstvinnen zijn ook naar achteren gebogen. Ze zijn ook driehoekig en lopen uit in een punt.Mannetjes worden iets groter dan de vrouwtjes. Een mannetje kan tot 2,3 meter lang worden en een vrouwtje tot 2,2 meter. De gewone dolfijn weegt maximaal 75 kilo.
Leefgebied en voedsel
De gewone dolfijn komt voor in bijna alle warme en gematigde wereldzeeën. Zowel in kustgebieden als op open zee. De gewone dolfijn zwemt vaak mee met schepen op de boeggolf. Het water in nederland en belgië is niet warm genoeg voor de gewone dolfijn maar toch worden ze hier soms gezien. Hij leeft gewoonlijk in groepen van 10 tot 500 dieren, maar er zijn ook groepen van wel 10,000 gewone dolfijnen waargenomen. Ook tuimelaars en witflankdolfijnen kunnen in zo''n groep voorkomen.


Tijdens het jagen kan de gewone dolfijn tot 8 minuten onder water blijven zonder adem te halen. Als ze niet jagen is dit veel korter. ze jagen ook in groepen, dan omcirkelen ze een school vissen en om de beurten duiken ze in de school en proberen dan zo veel mogelijk vissen te vangen. De gewone dolfijn slikt de vissen in 1 keer door zonder te kauwen. Ook drijven ze de scholen soms naar de oppervlakte en duwen ze dan uit het water. Ze vangen ze dan uit de lucht en eten ze op. Ze eten vooral middelgrote vissen en inktvissen.
Voortplanting
In het najaar en winter leven de manntjes en vrouwtjes gescheiden van elkaar. Het paren doet de gewone dolfijn aan de oppervlakte of onder water in de maanden juni tot september. De draagtijd is ongeveer 9 maanden. Dan word er 1 jong geboren, meerlingen komen haast niet voor, meestal vanaf het midden van de winter tot in de zomer.


Bij de geboorte is de gewone dolfijn tussen de 80 en 85 centimeter lang. Het jong word een jaar lang gezoogd.In een groep zorgen de moeders samen voor de jongen. De gewone dolfijn is geslachtsrijp als ze tussen de 12 en 15 jaar oud zijn.